2
De besturing


Bewegen Kantel een beetje om te lopen. Kantel hem verder om te rennen.
Springen Druk op om te springen. Spring om hogergelegen plekken te bereiken en om blokken in de lucht te raken.
Praten / zoeken Druk op als er een tekstballon of een uitroepteken verschijnt, om met spelpersonages te kletsen of om een voorwerp te zoeken.
Hamerzwaaien Druk op om met je hamer te zwaaien en blokken, bomen en andere dingen die je tegenkomt, een flinke mep te verkopen.
Draaien Gebruik om te draaien. Maak een draai terwijl je rent, om een wervelsprint uit te voeren en sneller te bewegen dan normaal.
Informatie verkrijgen Kantel omhoog om informatie weer te geven, zoals HP (Heart Points) en FP (Flower Points), vanuit de statusbalk bovenin het scherm. Kantel opnieuw naar boven om het informatieschermpje weer te verbergen.
Vaardigheid van een maatje gebruiken Om gebruik te maken van de vaardigheid van een reisgenoot, kantel je naar beneden. Kantel naar rechts om van maatje te wisselen.
Aanvalsvolgorde veranderen Druk op tijdens een gevecht om de volgorde waarin Mario en zijn maatje aanvallen, aan te passen. Onthoud: je kunt de volgorde niet meer aanpassen als Mario of zijn maatje al een actie heeft uitgevoerd.