Je kunt vijanden tegenkomen in het kaartscherm en op gevechtsterreinen. Loop tegen vijanden aan om het gevecht met ze aan te gaan, of druk op terwijl je naast ze staat. Hierdoor verschijnt het gevechtsscherm.

BATTLE (vechten)	Kies een gevechtsorder (zie onder).
RUN (vluchten)	Ontsnap uit het gevecht. Uit sommige gevechten kun je niet wegvluchten.
CONTROL (besturing)	Stel de besturing van het tweede personage in op AUTO (automatisch) of MANUAL (handmatig). Als AUTO is ingesteld, voert het personage bij iedere beurt automatisch gevechtshandelingen uit. Opmerking: je kunt deze instelling op elk moment wijzigen door op te drukken, zowel tijdens gevechten als daarbuiten.
ATTACK (aanvallen)	Val aan met het huidige wapen van het personage. Je kunt voordat je aanvalt op elk moment op / drukken om van wapen te wisselen.
SPELL (spreuk)	Gebruik magische spreuken die het personage heeft geleerd.
ITEM (object)	Gebruik objecten uit je inventaris.
DEFENSE (verdediging)	Verdedig jezelf tijdens de huidige beurt. Het personage onderneemt geen actie, maar loopt minder schade op bij vijandelijke aanvallen. Je kunt hiermee ook andere personages verdedigen.

Kies de gevechtsorders en ga het gevecht aan. Als je alle vijanden hebt verslagen, heb je gewonnen. Je ontvangt dan ervaringspunten en/of goudstukken.

Opmerking: de volgorde van handelen tijdens een gevecht wordt bepaald door het ‘Speed’ (snelheid)-attribuut van elke deelnemer.