Als je je over de wereldkaart of door een kerker verplaatst, loop je kans vijanden tegen het lijf te lopen. Als dit gebeurt, wordt het gevechtsscherm weergegeven.

FIGHT (vechten)	Hiermee gebruik je de wapens of de vuisten van een personage om een fysieke aanval uit te delen.
MAGIC (magie)	Hiermee gebruik je de magische spreuken die een personage heeft geleerd.
DRINK (drinken)	Hiermee gebruik je drankjes of tegengif.
ITEM (voorwerp)	Hiermee gebruik je voorwerpen uit je inventaris.
RUN (rennen)	Hiermee vlucht je uit het gevecht. Sommige gevechten kun je niet ontvluchten.

Kies gevechtsorders en ga het gevecht aan. Als alle vijanden zijn verslagen, heb je gewonnen. Door vijanden te verslaan verdien je ervaringspunten en/of goud.

Opmerking: de volgorde van acties tijdens een gevecht wordt bepaald door de behendigheid van elke deelnemer.
Als een personage wordt geraakt door bepaalde speciale aanvallen, kan het personage door een statusafwijking worden aangetast, zoals ‘Poison’ (vergiftiging) en ‘Dark’ (duisternis). Je kunt het personage genezen met voorwerpen of magische spreuken. Als in een gevecht alle personages in je groep zijn gesneuveld (of door een magische spreuk zijn versteend), is het spel voorbij en keer je terug naar het hoofdmenu.